Stefans ekslusieve ferslach oer earste aai!

Wepperkes(snein)
4 april 2004
Wepperkes (moandei)
5 april 2004

Wy krigen dit wykein fan ús Rotterdammer, Stefan van Krimpen, in ekslusief ferslach oer it finen fan it 1e ljipaai fan SDS. Hjirûnder kinne jimme dit unyke ferslach lêze:

Op de website heb ik gelezen dat het een mysterie is hoe ik het eerste ljipaai gevonden hebt. Hierbij wil ik het een en ander uitleggen aan alle nieuwsgierigen;
 
Ik had wel gehoord van de traditie om het eerste ljipaai aan te bieden aan de comissie, (het eerste ei van heel friesland dacht ik) toen de mogelijkheid dus bestond om van heel s.d.s het eerste te zijn ben ik in aktie gekomen, van de regels wist ik niet zoveel af maar ik begreep wel dat je niet gezien moest worden anders konden anderen misschien op hetzelfde stukkie (Stikkie) gaan zoeken.

De eerste van SDS, dat moest en zou ik worden natuurlijk.
Om mn plan goed ten uitvoer te brengen ben ik eerst een naar zolder gegaan en daar kwam de grote plunjebaal tevoorschijn, alles wat nog groen was heb ik eruitgehaald vervolgens ben ik volledig in camouflagekleuren richting de velden van SDS fgegaan om daar het eerste ei (AAI) te vinden, je begrijpt wel dat het een hele tour was om daar ongezien te komen, maar allah (Alla) na een goede tijd zoeken (en tussen de trainingen door lag ik langs het hoofdveld tussen de bosjes (Struken) verscholen) vond ik daar toch een mooi nest langs de slootkant achtere het doel, ondanks dat ik het niet helemaal eerlijk vond omdat deze tenslotte niet op, maar naast het veld lagen besloot ik het erop te wagen, moeder eend (intussen zonder kop en nek) aan de kant gegooid en trots als een pauw kwam ik thuis op de ljits 10 aangezet met twee mooi eieren (aaiers).
 
Normaal had mijn friese vriendin nog kunnen voorkomen dat ik in de fout ging, maar ja, deze zit doordeweeks in den haag dus de volgende dag stond ik met een big smile (grutte laach op de moele) bij de commissie,
tot mij grote verbazing kreeg ik te horen dat dit geen Ljljlipsaaier of zoiets waren, ik dacht nog hoe kunnen zij nou in godsnaam weten hoe hun moeder eruit gezien heeft, (die durfde ik ook niet meer aan te wijzen natuurlijk.
Eind van het liedje, ging ik met twee eireren en een plaat van een ljip naar huis toe.
eigenlijk kon ik in het begin niet zoveel verschil ontdekkentussen een eend en een ljip, wij hadden thuis in Rotjeknor ook van die sierljippen, en die zwommem echt in de havens rond.
 
Gelukkig wist ik nu wel dat mijn zoekgebied wat groter mocht zijn dan veld 1 en 2 van de vereniging, die mogelijkheid buite ik direct uit, helaas was alles wat ik vond eineaaier, en als ik al van die goore smerige groene kuteitjes vond had ik ze plat als een dubbeltje getrapt,
ik vond het wel apart dat er elke keer van die halfmanke eenden langs me heen liepen, ze leken zo zielig en in het begin had ik nog gedacht dat ze hun eigen eitjes kapot trapten. Doordat ze zo mank liepen. ik had er vrij snel een te pakken en ja …. je zult wel begrijpen, na zo’n lange tijd op een onuitvoerbare missie wil je wel eens tegen iemand praten. Het gevolg is dat het beestje zo is geschrokken van mijn accent dat hij spontaan drie eieren uitpoepte, gelukkig waren het er drie want die krengen zijn zo klein dat ik er nog een kwijtgeraakt ben…. de ander heb ik in mn veel te grote zak van mn camouflagebroek gestopt, je begrijbt wel die ben ik nu nog aan het zoeken, gelukkig had ik er volgens traditie een onder mn pet gestopt… die is in mn rijkbedeelde haaardos gelukkig niet zoekgeraakt en ik kon breeduit lachen en was zo blij als een allochtoon met recht op een uitkering (BERN)
 
Hopelijk is het mysterie nu een beetje uit de wereld, ik hoop volgend jaar verslag te doen in het Frysk,
 
P.S. de Boargemeister van Rotterdam vroeg zich hoe ik het in mn botte kop haalde om daar met van die kleine roteitjes aan te komen, hij zei “krijg ik een keer geen blauwe bonen door de brievenbus, komt er wel een idiooot met paaseitjes aan de deur”.  dit moet ik niet meer doen dus( of anders eerst “verklaaien”)
 
groeten van die Rotterdammer